Het kabinet trekt de komende jaren tientallen miljoenen uit om boeren schoner te laten boeren.
Met subsidieregelingen en een investeringsfonds moeten boeren en tuinders de overstap maken naar
landbouw waarbij grondstoffen zoveel mogelijk worden hergebruik. Op die manier moet ook de stikstofuitstoot en -neerslag omlaag, meldt landbouwminister Carola Schouten aan de Tweede Kamer.
De bewindsvrouw had al eerder beloofd met een ‘omschakelfonds’ te komen, maar omdat er nu een reeks verschillende regelingen in het leven is geroepen gaat het volgens haar om een ‘omschakelprogramma’.
Een belangrijk onderdeel is wel een investeringsfonds dat wordt opgericht. Hieruit kunnen boeren een lening afsluiten. Mocht het bedrijf omvallen, dan zal het kabinet als schuldeiser achter in de rij moeten aansluiten. Banken die ook een lening aan de boer hebben verstrekt, krijgen als eerste hun geld terug. Het kabinet hoopt er zo voor te zorgen dat financiële bedrijven minder huiverig zijn om geld te lenen aan de boer.
Dit jaar wordt hier nog 10 miljoen euro vrij voor gemaakt, volgend jaar gaat het om 65 miljoen euro, in 2022 en 2023 om 50 miljoen euro. Omdat het om leningen gaat, verwacht Schouten het grootste deel wel terug te krijgen.
Ook kunnen boeren een subsidie aanvragen voor het opstellen van plannen om de omslag te maken. Daarnaast komt er subsidie voor ‘voorbeeldboeren’ die hun bedrijf alvast schoon maken en hun ervaringen en kennis actief delen met collega’s in de buurt.
Verder staat het kabinet garant voor bepaalde leningen die bedrijven nodig hebben in de overstapperiode. Omdat boeren in die periode vaak minder inkomsten hebben en hogere kosten maken, gaat de omslag naar groene landbouw “vrijwel altijd gepaard met een voorzienbare dip in de kasstroom”. Leningen zijn in die periode vaak broodnodig. De overheid staat daarom garant voor leningen die het boerenbedrijf, in principe bij zijn vaste bank, afsluit.