Het middel dat het bedrijf Chickfriend gebruikte om stallen te reinigen was niet schadelijk voor de volksgezondheid. Dat zei de advocaat van een van de twee hoofdverdachten in de zogeheten fipronilaffaire.
In de
rechtbank in Zwolle vond maandag de eerste zitting plaats in de strafzaak tegen de twee eigenaren en hun bedrijven Chickfriend en Chickclean. Vele tientallen kippenboeren huurden deze bedrijven in om hun stallen te behandelen tegen bloedluis. In de zomer van 2017 bleek in het schoonmaakmiddel het bestrijdingsmiddel fipronil te zitten dat vervolgens in
kippen en eieren terechtkwam. Zo’n 3,5 miljoen kippen en miljoenen eieren moesten vernietigd worden en 180 kippenbedrijven gingen op slot. “Een rapport over het middel ligt er al. Mijn conclusie is dat het niet schadelijk was voor de volksgezondheid”, zei advocaat Wout Hendrickx.
Hij staat de 27-jarige Mathijs IJ. uit Nederhemert bij die samen met de 34-jarige Martin van de B. uit
Barneveld de hoofdverdachte is in deze zaak. Ze worden verdacht van het in gevaar brengen van de volksgezondheid door de leverantie of toepassing van het middel fipronil in stallen met leghennen. Op dit feit staat een maximale straf van 15 jaar cel.
De advocaten wilden dat onder meer de Belgische leverancier van het middel Patrick R. en zijn vriendin gehoord worden. Vooral zijn vriendin kan mogelijk bevestigen dat de twee hoofdverdachten niets wisten van de samenstelling van het schoonmaakmiddel. De rechtbank wees die verzoeken af. Zo heeft R. eerder al aangegeven te zullen zwijgen.
De rechtbank trekt in maart twee dagen uit voor de strafzaak. In een aparte procedure vordert het OM bijna 4 ton aan ‘criminele winst’ van de twee. Los hiervan loopt in beroep nog een civiele zaak. De rechtbank in Arnhem oordeelde eerder dit jaar in een zaak aangespannen door meer dan honderd pluimveebedrijven dat Chickclean en Chickfriend aansprakelijk zijn voor de geleden schade tijdens de fipronilcrisis.
Nieuws.nl