Uien, prei, knoflook, bieslook, sjalotten. We gebruiken ze als smaakmaker in de keuken, hoewel de liefhebber ze ook als groente eet. De preischotel met puree en kaas of de hachee met runderlappen zijn daar misschien wel de bekendste voorbeelden van.
Iets minder bekend zijn de soorten die we voor de sier in de tuin zetten. De familienaam van al deze looksoorten is Allium of Alliacaea. Er zijn zo’n 700 soorten bekend die voornamelijk afkomstig zijn uit de gematigde streken op het noordelijk halfrond. Alle soorten hebben gemeen dat ze vooral bij aanraken of kneuzen een sterke uiengeur verspreiden.
De bloemen van de hoge soorten zijn bij uitstek geschikt om te verwerken in boeketten. Mits het water regelmatig verschoond wordt, gaan deze vooral wit en paars getinte blikvangers weken mee. Een heel mooi laag witbloeiend soortje is Allium zebdanense, genoemd naar de vindplaats Zebdani in Syrie bij de grens met Libanon.
In Engeland en Duitsland wordt dit bolletje resp. Lebanon Onion en Libanonlauch genoemd. Bij ons staat dit sieruitje met grasachtig blad bekend als bochtig look. De bloemstengeltjes zijn eerst sterk gebogen en richten zich pas op als de bloemknoppen opengaan. Ze verspreiden een lichte uiengeur.
Bochtig look is een prima verwilderingsbolletje voor droge plaatsen in iedere tuin.
Kwekerij Jaap Duijs (www.jaapbol.nl)
