Eén zwaluw maakt nog geen zomer!

Foto: Gelders Landschap

Maar de eerste boerenzwaluwen zijn alweer gezien op het boerenland. De meesten komen aan in april of begin mei om hier te nestelen, nadat ze de winter hebben doorgebracht in zuidelijk Afrika.

De boerenzwaluw is te herkennen aan de blauwzwarte bovenkant en het rode voorhoofd en kin. Op de zwarte borstband na is de boerenzwaluw van onder roomwit, met een lange gevorkte staart. Ze vliegen kwetterend en behendig door de lucht om insecten te vangen.

Boerenzwaluwen nestelen in boerenschuren en stallen. Ze bouwen in koppels hun nesten in de vorm van een open kommetje van klei en modder op randen en richels in stallen. Per seizoen hebben ze twee of drie broedsels. Vanaf eind augustus/september begint de najaarstrek. Door intensivering van de veehouderij, pesticiden en grotere hygiëne is het aantal boerenzwaluwen afgenomen in het laatste kwart van de 20e eeuw. Sinds de eeuwwisseling is de stand weer stabiel.

Om de boerenzwaluw een handje te helpen, sluit je je boerenschuur niet helemaal af. Ze moeten in en uit kunnen vliegen om de jongen te voeren. Open water in de buurt zorgt voor drinkgelegenheid en voldoende insecten. Ook bloeiende bermen en graslanden zijn een bron van voedsel.

Stichting Landschapsbeheer Gelderland

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen