Otter, bever en zeehond doen het goed in Nederland
Het gaat goed met de bever, de grijze zeehond, de boommarter en de otter in Nederland. Daarentegen gaat het slecht met voorheen heel algemeen voorkomende
dieren als hazen, konijnen en eekhoorns. Dat blijkt uit de nieuwe Rode Lijst Zoogdieren, die het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft gepubliceerd. Op de lijst staan negentien soorten zoogdieren die het moeilijk hebben.
De Zoogdiervereniging noemt de achteruitgang van zoogdieren op het boerenland dinsdag “zeer alarmerend”. De aantallen konijnen en hazen zijn sinds 1950 met 60 tot 70 procent geslonken. Het aantal egels en eekhoorns is in de laatste tien jaar met tientallen procenten afgenomen. Ook met onder andere de wezel, de hermelijn, de bunzing en sommige soorten muizen gaat het niet goed. “Dat zijn algemene soorten, die ondanks maatregelen nog steeds geen verbetering laten zien. Het is noodzakelijk om anders om te gaan met agrarisch gebied”, vindt de vereniging.
De otter is een succesverhaal volgens de vereniging. Het dier had op de vorige Rode Lijst nog de status van ‘verdwenen uit Nederland.’ Dankzij herintroductie door mensen duikt de otter nu weer overal in Nederland op en staat het dier niet meer op de nieuwe lijst. Wel uit Nederland verdwenen zijn twee vleermuissoorten en de tuimelaar, een soort dolfijn.
Voor de Rode Lijst worden telgegevens gebruikt van alle soorten die zich regelmatig in het wild voortplanten. Soorten zoogdieren die nog geen tien jaar in Nederland zijn, zoals de wolf, worden niet beschouwd. Ook exoten zoals de wasbeer komen niet voor op de lijst. De Rode Lijst wordt sinds 1994 gemaakt.