Hij is een oorlogsslachtoffer. Geen Veteraan, maar heeft verhalen die doorvertelt moeten worden

Foto: Ede.nieuws.nl

In verband met de Alternatieve Veteranen dag, op 27 juni, breng ik een paar dagen daarvoor een bezoek bij een kennis die ik al jaren ken.

Column door juffrouw Raadgever

Zestien jaar was hij toen de oorlog in 1940 begon. Geboren in Rotterdam. Tegenover mij zit een oudere man. ”Zo in mijn stoel lijkt het nog heel wat hé” heeft hij eerder gekscherend gezegd. Toch is hij al 96. Dat hij oud wordt merk je vooral aan dat hij regelmatig in stilzwijgen voor zich uit zit te staren. Ik ken hem al heel lang en omdat het dit jaar in het teken staat van 75 jaar vrijheid had ik zo’n gevoel dat meneer vast ook zijn herinneringen heeft. En ik had het niet verkeerd. Toen ik hem vroeg of ik eens langs mocht komen was dat totaal geen probleem. Maar nu ik mijn vragen stel is het toch moeilijker dan ik dacht om hem aan de praat te krijgen. Dus probeer ik het nog maar een keer. Ik vertel hem dat het komende zaterdag 27 juni Veteranen dag is. Ja, dat weet hij. Maar hij is geen Veteraan. Weer zie ik hem in zijn herinneringen terugvallen. En dan begint hij te vertellen. Hij heeft als jongen de bombardementen op Rotterdam meegemaakt. Het was echt verschrikkelijk. Toen hij wat ouder was werd hij te werk gesteld in Duitsland. Samen met zijn broer is hij op een gegeven moment lopend teruggekomen naar Nederland. Het was een angstige en barre tocht. Nooit is hij in dienst van de krijgsmacht geweest. Gelukkig niet. En dan komt er een diepe zucht. “Denk nu niet dat ik er gemakkelijk van afgekomen ben. Nog steeds heb ik last van de gruwelijke dingen die ik gezien heb. Soms krijg ik het Spaans benauwd als er te veel mensen zijn of als ik bepaalde geuren ruik.” Hij verteld dat hij dat heel erg gehad heeft. Bij hem was het een geestelijk trauma. Uit eindelijk heeft hij hulp gehad maar eigenlijk hebben de ervaringen van de oorlog de rest van zijn leven bepaald.

Later toen hij ergens anders ging wonen werd alles een beetje rustiger. Hij ontmoete een man die ook in de oorlog traumatische ervaringen had gehad. Hij had de eerste mei dagen van 1940 op de Grebbeberg in Rhenen de ergste gevechten meegemaakt. Toen werd ook hij te werk gesteld in Duitsland. Omdat hij een militair was werd hij extra streng aangepakt. De man was er lichamelijk slecht aan toen, toen hij eindelijk terugkwam in Nederland. Toch werd hij ook nog eens naar Indië gestuurd. Terug uit Indië is hij twee jaar uit de dienst van de militairen gestapt. Hij moest eerst verwerken wat hij had meegemaakt. Daarna is hij weer als burger bij de technische dienst van de militaire werkzaam gekomen. Tot zijn grote frustratie bleek dat daardoor zijn dienstjaren in Indië niet gelden en moest hij met zijn gebroken lichaam tot 67 jaar doorwerken om een volledig pensioen te krijgen. Ze hebben daar samen veel over gepraat. Het was afzien die laatste jaren. Ze zijn een hele tijd vrienden geweest. Twee jaar nadat hij eindelijk kon stoppen met werken, overleed hij op 69-jarige leeftijd. Zijn lichaam was op. Ook voor hem gold dat de ervaringen van de oorlog de rest van zijn leven heeft bepaald.

Ook heeft hij een vriend gehad die opgroeide op een binnenvaartschip. Tijdens de oorlog werd het schip gevorderd en moesten ze in plaats van hun gewone lading, vrachtvliegtuigen vervoeren. Dezen waren gedemonteerd en werden als onderdelen aan boord gebracht. Verschillende Duitse militairen kwamen bij hen aan boord. Het hele gezin werd gedomineerd door dit gebeuren. De schipper vertelde hem dat er best aardige mannen bij zaten. Wanneer ze een sigaretje stonden te roken op het dek vertelde een van de Duitse militairen dat hij zelf thuis, in Duitsland, een landbouwboerderij had. Deze was ook gevorderd. Ze moesten nu groenten voor het Duitse leger verbouwen. Omdat hij nog jong was werd hij in het leger ingedeeld en moest thuis zijn oude vader het samen met zijn schoondochter redden. Ze kregen hulp van mannen, te werk gestelde militairen uit Polen en Nederland. Er heerste op de boot een sfeer van grote angst. Als de Engelsen of het Nederlandse leger ontdekten dat er een vliegtuig op het Nederlandse binnenvaartschip vervoerd werd zou die dekmantel niet meer werken. Ze zouden zonder pardon beschoten worden. Dat was al eerder met een collega binnenvaartschipper gebeurt. De schipper wilde het liefst zijn gezin van boord. Het is hem gelukkig gelukt om hen midden in de nacht bij een boerderij onder te brengen. De boer heeft met gevaar voor eigen leven, maanden het gezin in het kippenhok laten wonen. En dat was ook maar net op tijd. Niet veel later is het schip beschoten en ook de Duitse soldaat is daarbij om het leven gekomen. De schipper heeft pas veel later zijn schip kunnen laten repareren op de scheepswerf waar de Duitsers het wrak hadden achter gelaten. Ook voor hem gold dat de ervaringen van de oorlog de rest van zijn leven heeft bepaald

“Heb ik zo genoeg verteld?” Vraagt hij. Meneer zit onderuitgezakt in de stoel. Hij was helemaal in zijn herinnering weggeglipt.  Wat mij betreft heeft hij zichzelf overtroffen. Nee een Veteraan is hij niet maar de verhalen hebben een grote overeenkomst; In alle drie gezinnen moesten de vrouwen en de kinderen leven met een getraumatiseerde echtgenoot en vader. Soms zo getraumatiseerd dat het gevolgen had in de opvoeding van de kinderen. Ik heb wel eens horen zeggen dat de gezinsleden daardoor allemaal een soort van oorlogsslachtoffer zijn. Diep onder de indruk neem ik afscheid. Bij de deur pakt hij me bij de arm. “Zaterdag draag ook ik een witte Anjer. Voor alle veteranen heb ik een diep respect.” Ik knik, ik ook.  Aanstaande zaterdag 27 juni is de alternatieve Veteranendag. Eigenlijk zou iedereen een witte Anjer moeten dragen of het liefst zoveel mogelijk.

Met vriendelijke groet juffrouw Raadgever

De witte kunt u bestellen bij www.dewitteanjer.nl per 5 stuks € 5,00 incl. verzendkosten.

De draag instructies zijn; waardering uiten voor de Nederlandse Veteranen. De witte Anjer draag je altijd links op de borst.

 

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen