
Met de laatste begroting van dit college is gemeente Ede voorbereid op de toekomst. Ede groeit en we willen dat Ede die aantrekkelijke gemeente in het groen blijft waar inwoners met plezier kunnen wonen, werken én recreëren.
Met de ombuigmaatregelen die in de perspectiefnota werden aangekondigd is het gelukt om een groot deel van het verwachte financiële tekort van 15 miljoen in 2029 op te lossen. Donderdag biedt het college van burgemeester en wethouders de begroting 2026-2029 aan de gemeenteraad aan.
Voorbereid zijn op de toekomst betekent investeren in wonen, voorzieningen, preventie, een klimaatneutraal Ede en bereikbaarheid. Wethouder Bram van der Beek: “Dit is de laatste begroting van dit college, met een uitwerking van de ombuigingen uit de perspectiefnota. Daarmee lossen we een deel van het verwachte tekort op. Het is gelukt om ondanks de financiële onzekerheden vanuit Den Haag met elkaar te blijven doen wat goed is voor Ede.”
De gemeente ziet met deze begroting een kans om te investeren in goede zorg voor jong en oud en een weerbare samenleving. We geloven in preventie, ondersteuning van kwetsbare groepen en een stevige sociale basis. Zoals in juli aangegeven moeten we hierbij wel bezuinigen op dubbele voorzieningen en inefficiëntie, individuele voorzieningen en bepaalde subsidies. Dit raakt sommige inwoners, bijvoorbeeld via de Wmo.
Ook wijken en gebiedsagenda’s komen aan bod in de begroting. We ontwikkelen het stationsgebied verder, waar wonen en werken centraal zullen staan. En we willen de leefbaarheid in Hoogbouw Ede-Zuid verbeteren met het programma Hart voor Hoogbouw Ede-Zuid. Daar gaan we ongelijk investeren voor gelijke kansen. Daarnaast investeren we in maatschappelijke voorzieningen. Zoals met het Concept Friso, de nieuwbouw van het zwembad Nieuw-Hoekelum en in zwembad Vrije Slag in verband met de nieuwe zwemwaterwet. Ook zullen we als gemeente met de komst van nieuwe scholen in Ede moeten investeren in onderwijshuisvesting.
De begroting komt oordeelsvormend op 30 oktober in de gemeenteraad en vervolgens besluitvormend op 13 november.





