09 NOVEMBER 2018 Het fosfaatrechtenstelsel beperkt uw bewegingsvrijheid ten aanzien van het aantal te houden stuks melkvee en jongvee, en het jongvee voor de zoogkoeienhouderij. Het is belangrijk te weten hoe de regels precies zijn.
De vele vragen die bij de infolijnen van zowel de regionale LTO’s als RVO binnenkomen geven aan dat er behoefte is aan meer uitleg over de uitwerking van het fosfaatrechtenstelsel in de praktijk. Daarom overlegt LTO regelmatig met LNV en RVO over deze actuele vragen en informeert u daarover via nieuwsbrieven en op de internetsites.
Deze nieuwsbrief beantwoordt vragen die afgelopen week bij de regionale LTO’s binnen kwamen.
Onderaan dit bericht is een link naar de Q&A’s van de RVO-site opgenomen.
Melkvee
Vraag:
Op welke hoeveelheid melk wordt een ondernemer afgerekend, de geleverde melk of de geproduceerde melk?
Antwoord:
Het fosfaatrechtenstelsel gaat bij de bepaling van de noodzakelijke hoeveelheid fosfaatrechten om de hoeveelheid melk die in een kalenderjaar wordt geproduceerd. Een melkveehouder moet dan ook uitgaan van geproduceerde melk.
Bij de controle en handhaving zal voor deze gegevens in eerste instantie uitgegaan worden van de leveringsgegevens van de zuivelondernemingen. Als er aanleiding is te vermoeden dat er meer is geproduceerd dan de geleverde melk kan aanvullend onderzoek worden gedaan.
Vraag:
Zijn er op melkveebedrijven rechten nodig voor de nuchtere kalveren die bestemd zijn voor de vleesveehouderij?
Antwoord:
Voor al het jongvee op een puur melkveehouderijbedrijf zijn fosfaatrechten nodig.
Dit betekent dus dat voor alle kalveren die geboren zijn op een melkveehouderijbedrijf fosfaatrechten nodig zijn, ook voor die kalveren waar bij de inseminatie reeds de keuze voor kruisling/vleesras is gemaakt. De wetgever is daarin consequent, want u heeft voor deze kalveren ook fosfaatrechten gekregen, en dat is natuurlijk gunstig.
Vraag:
Wordt het aantal fosfaatrechten van bedrijven die sinds 2 juli 2015 ingekrompen of gestopt zijn nog aangepast?
Antwoord:
De uitvoering van het fosfaatrechtenstelsel is gebaseerd op de goedkeuringsbeschikking van de Europese Commissie. In de beschikking is bepaald dat de hoeveelheid rechten die wordt toegekend de productiecapaciteit van het bedrijf niet overstijgt. Hiertoe is conform de beschikking een controle uitgevoerd en afgerond (16 oktober 2018). Deze controle heeft ertoe geleid dat voor één bedrijf de beschikking naar beneden moest worden aangepast.
Vraag:
Wat is de uiterste datum waarop een transactie van fosfaatrechten kan worden gemeld die nog in 2018 moet worden uitgevoerd?
Antwoord:
31 december 2018
Vraag:
Kan ik RVO aansprakelijk stellen voor de schade als gevolg van het afwijzen van een transactie?
Antwoord:
Nee, RVO is daarvoor niet aansprakelijk. Wie daarvoor wel aansprakelijk kan worden gesteld kan zijn geregeld in de onderlinge afspraken die koper en verkoper in een koopovereenkomst hebben vastgelegd.
Vleesvee
Vraag:
Kan ik na 6 november 2018 geen vrijstelling meer aanvragen?
Antwoord:
6 november 2018 is geen harde datum. Het formulier Vrijstelling zoogkoeienhouderij blijft ook na de datum openstaan.
Maar: als u een beschikking fosfaatrechten heeft ontvangen dan is het erg belangrijk dat u zich uiterlijk 6 november voor de vrijstelling aanmeldt. RVO heeft dan namelijk voldoende tijd om het verzoek op tijd te verwerken. Als u zich ná 6 november 2018 aanmeld garandeert RVO niet dat zij uw verleende fosfaatrechten nog dit jaar kan laten vervallen. Dit laatste is een voorwaarde voor de vrijstelling.
Heeft u nog geen beschikking fosfaatrechten ontvangen?
Dan hoeft u ook geen fosfaatrechten te laten vervallen om mee te doen met de vrijstelling. U heeft dan tot en met 1 december 2018 de tijd voor de aanmelding voor de vrijstelling zoogkoeienhouderij.
Vraag:
Mag een vrijgesteld bedrijf dieren verkopen aan een niet vrijgesteld bedrijf?
Antwoord:
Dieren van een vrijgesteld bedrijf mogen zowel aan een vrijgesteld vleesveebedrijf als aan een niet-vrijgesteld vleesveebedrijf worden verkocht. Een niet- vrijgestelde koper moet natuurlijk wel over fosfaatrechten beschikken.
Let op dat vrouwelijke dieren die op een vrijgesteld bedrijf zijn gehouden, nadien niet in de melkveehouderij terecht komen (rechtstreeks of via een omweg). Dat is niet toegestaan, de vrijstelling vervalt dan!
Een vrijgesteld bedrijf mag ook geen tijdelijke dieren houden (inscharen) van een bedrijf dat niet meedoet met de vrijstelling en naast het vleesvee ook geen melk- of kalfkoeien of jongvee bestemd voor de melkveehouderij houden.
Vraag:
Kan ik als starter met vleesvee ook aan de vrijstellingsregeling deelnemen?
Antwoord:
Ja dat is mogelijk. Mits de starter met het oprichten van zijn bedrijf niet het doel heeft om het inleveren van fosfaatrechten van een ander bedrijf te voorkomen.
Bron: LTO Nederland
