Te lang wachten met het melden van een verstoorde samenwerking is zo jammer

Foto: Ede.nieuws.nl

“Je hebt het vast wel eens gehoord dat één op de drie personen geen klik met elkaar kunnen hebben. Maar dit slaat echt alles.”

Column door juffrouw Raadgever

Het is alweer even geleden dat ze een gesprekje had met één van de andere vrijwilligers op de locatie waar we samen aan de slag waren. Eerlijk is eerlijk dat ze zich erop verheugde om samen te werken als ze ingepland stonden. Regelmatig wordt er gewisseld zodat de hele groep elkaar zou tegenkomen. Goed voor de onderlinge verhoudingen. Daar waren ze het, allemaal, over eens. Toch blijkt dat er hier en daar nog wel eens een kink in de kabel kan komen. Ze hadden zich tegelijk aangemeld toen er vraag was naar uitbreiding van het vrijwilligers team. Beide even enthousiast. Maar vandaag vertelde ze dat, aan haar behulpzaamheid vanaf nu een einde zou komen. “Ik had me er zoveel van voorgesteld en me ingesteld op heel wat jaren vrijwilligerswerk. Maar helaas het mag niet zo zijn.” Het was duidelijk dat ze het heel jammer vond. Ze had echt haar best gedaan om door te zetten maar de afgelopen week had ze weer met die ene vrijwilligster samen moeten werken.  En weer was het mis gegaan. Zo jammer. Ze had al eerder geklaagd over het samenwerken met haar. Maar nooit de feiten op tafel gelegd. Wat er nu precies gebeurd was daar wilde ze nu graag over vertellen. Ze ging nu toch weg en misschien konden de andere vrijwilligers er nog wel iets mee. Misschien hadden die zelf ook wel eenzelfde ervaring. Ze kon niet geloven dat het aan haar lag.

De eerste keer dat ze gemerkt had dat het niet echt klikte was al toen ze ingewerkt zou worden. Volgens haar is het toch gebruikelijk dat wanneer je even niet weet hoe je moet handelen, dat je het vraagt aan diegene die je inwerkt. Nu dat had ze geweten. Heel kribbig had de vrijwilligster geantwoord dat ze bezig was en nu even niet kon antwoorden. Het had zeker wel een halfuur geduurd. Een halfuur had zij zitten wachten, vreselijk als je komt om iets te doen. Met nog steeds de ‘bokkenpruik’ op had ze eindelijk opgekeken en verstoord gevraagd waarom zij het nog steeds niet snapte. Volgens haar had ze het al tig keer voorgedaan. En vervolgens een diep gezucht. Zo onvriendelijk. Je zou toch geduld verwachten. Maar goed.  Uiteindelijk was de uitleg wel gekomen. Maar de sfeer was zó niet leuk. Helaas was dit niet de enige keer. Nog een paar keer waren ze samen op de post geweest maar van een gezellige samenwerking was geen sprake. De vrijwilligster had zich steeds laten zien als de alwetende. Zij liet goed merken dat zij ervaringsdeskundig was en al jaren dit klusje klaarde. Toen ging het de vorige week echt helemaal mis. De vrijwilligster tegenover mij vertelde verder dat ze zich vijf minuten te laat had gemeld. Dit vond de dame niet zoals het hoorde en was duidelijk uit haar humeur. Gewaarschuwd was ze uit haar buurt gebleven en had zelfstandig haar deel van het werk opgepakt. Toen moest er even overleg zijn want er zou een belangrijk telefoontje komen later op de dag. Hoe moest dat opgelost worden. De reactie van de dame in kwestie was verbluffend. “Wil je echt weten wat ze zei”, vroeg ze me. Nou mijn nieuwsgierigheid was gewekt. Brandt maar los, zei ik. En daar kwam het; ”De vrijwilligster wist dat ze dicht bij haar in de wijk woonde. Ze wilde wel graag nu even afspreken dat samen hier werken tot daaraan toe was maar dat het werk hier op deze plek moest blijven. Ze wenste geen boodschappen of telefoontjes thuis te ontvangen. Ze eindigde met de woorden: ”Ik wil je niet op mijn tuinpad zien.” Verbluft had ze haar aangekeken. Hoezo. Had ze gevraagd. Waar woon jij dan? En toen had ze geantwoord: ”Dat is mooi dat je dat niet weet. Dat laten we zo.”

Dat sloeg echt alles en voor haar de druppel. Op mijn vraag heb je wel een gesprek aangevraagd met degene die ons aangenomen heeft? Helaas had dat niets opgelost en zij moest maar wat geduld hebben. Het zou toch wel wat meevallen en op den duur zouden ze wel aan elkaar wennen. Niet iedereen is gelijk. Dus nu is het dus voor haar klaar. Ook mij heeft ze aangeraden te stoppen. Haar mening is dat wanneer er vrijwilligers met deze houding getolereerd worden dan moet je weg wezen. Hoe jammer is het dat dit soort voorvallen een einde moeten betekenen van de echt gemotiveerde vrijwilligers. Misschien had ze eerder aan de bel moeten trekken. Nu zijn de verhoudingen zo geschaad dat lijmen niet meer mogelijk is. Ik zou zeggen meld je zodra je merkt dat samenwerken met iemand moeilijk is. Vast dat er heel eenvoudig een oplossing voor is.

Met vriendelijke groet juffrouw Raadgever

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen