Hoezo ouderwets!

Foto: Ede.nieuws.nl

Niet vermoedend dat ik een super domme vraag heb, sta ik voor de toonbank van de slagerij in onze supermarkt.

Morgen ga ik verse erwtensoep maken en daar heb ik krabbetjes voor nodig. Overmorgen heb ik dan een echte snert met alles erop en eraan. Helaas vind ik in de koeling niet wat ik zoek. Dus maar even vragen. Het meisje achter de toonbank kijk me niet begrijpend aan. “Dat zal ik even moeten vragen” zegt ze en weg is ze. Het duurt even en daar is ze weer. “Nee, mevrouw, die hebben we niet. Dat is zo ouderwets dat wordt tegenwoordig niet meer verkocht.”  Als ze mijn twijfel ziet herhaalt ze het nog eens: ”Nee, wij hebben dat niet” en voegt er aan toe,: ”de chef zegt als het voor in de erwtensoep is kunt u ook een gewoon varkenslapje gebruiken.” Ik bedank haar vriendelijk, eigenlijk snap ik er niets van. Ouderwets. Hoezo! Als ik me omdraai komt het ineens bij me binnen. Ben ik al zo oud dat ik stom genoeg om artikelen vraag die niet meer bestaan? Helaas ook geen losse kluif. Het zit me niet lekker. Dan eerst maar de rest van het lijstje afwerken.

Spliterwten of hele erwten die je nog een nacht moet wellen.

Spek, verse rookworst, winterwortel, prei, knolselderij, en een bos selderij.

Bij de groente ligt een pakket erwtensoepgroente. Goed bedoeld en voor het gemak geschikt. Maar ik wil die weinige keren dat ik per jaar snert kook het zo doen als in mijn herinneringen staat, daar komt het; dus op de oude manier. Nee niet ouderwets! Als ik naar het pakketje kijk krijg ik de kriebels. Ik wil één grote winterwortel. Niet een halve doorgesneden winterpeen en geen kwart van een knolselderij maar een hele. Gelukkig de knolselderij ligt er wel en ook een heel bosje selderij. De zak met vier wortels neem ik voor lief. De prei ligt verder op. De rest vind ik ook snel. Dit gaat een grote pan vol worden. Prima want ik weet als de kinderen er lucht van krijgen komen ze vast en zeker een pannetje niet te versmaden verse soep halen. Maar ook zullen, verpakt in porties voor twee personen, doosjes in mijn vriezer verdwijnen. De koude dagen zijn nog lang niet uit de lucht. Eerlijk gezegd, als de erwtensoep een nacht gestaan heeft smaakt ze nog veel lekkerder. Dat wordt ‘laten besterven’ genoemd en erwtensoep heet dan officieel snert.

Als ik bij de slager verderop binnen stap zie ik zo voor het oog ook geen krabbetjes. “Kom op”, spreek ik mezelf moed in. Dus stel ik opnieuw mijn vraag. Wat voorzichtiger nu. “Mag ik alstublieft een grote kluif. Ik zie geen krabbetjes, zijn ze al uitverkocht. Het is koud en ik kan me voorstellen dat iedereen snert gaat koken.” ratel ik door. “Ja, wel hoor,” zegt de wat oudere mevrouw achter de toonbank. “Hoeveel had u gedacht.” Ik zucht diep een geef mijn bestelling op. Als ze terug komt vertel ik haar mijn ervaring in de supermarkt. Lachend vertelt de mevrouw dat ik niet de eerste ben die dit overkomt. Ze overtuigt mij ervan dat er zolang er varkens en echte slagers zijn er altijd krabbetjes zullen wezen .Gerust gesteld ga ik met mijn zelf samen gesteld erwtensoeppakket richting huis.  Thuis gekomen, toch nog wat aangeslagen, zoek ik de definitie van ouderwets op. Letterlijk staat er; Ouderwets is iets wat niet meer in de mode is. Als een artikel al lange tijd bekend is, wil de consument nieuwe dingen hebben. De oude artikelen worden dan niet veel meer verkocht, het is oud en uit de tijd geworden. Dit is vooral het geval bij kleding, maar het kan ook gelden voor meubelen, en zelfs voor ideeën. Nu niet voor de krabbetjes wat mij betreft.

Nadat de erwten een nacht geweld zijn kan ik aan de slag. De krabbetjes en de kluif kook ik in het welwater met de spliterwten en wat zout gaar. En schep tijdens het koken het schuim eraf. Zo ontstaat de bouillon. De basis van mijn snert. Dan haal ik de botjes uit het vlees en met de gesneden groenten, rookworst en spek kookt, de mooi groen kleurende soep in een halfuur helemaal gaar. Als laatste voeg ik de selderij toe. Met de deksel scheef op de pan laat ik het staan. Morgen eten wij snert met roggebrood en katenspek. En als toetje warme dikke griesmeel met boter en suiker. Een oud gerecht dat wel. Maar ouderwets?

Met vriendelijke groet Juffrouw Raadgever

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen