Raadsvragen van het raadslid P.G.van den Berg en Alexander Vos de Wael over biomassa in Ede

Raadsvragen van het raadslid P.G.van den Berg van de fractie GroenLinks/PE en raadslid Alexander Vos de Wael van fractie Alexander Vos de Wael
Aanleiding
In Ede wordt gewerkt aan een breed warmtenet met bio-centrales als alternatief voor gasverwarming. Onlangs nog werd een 2e centrale voor dit net opgestart. Volgens het warmtebedrijf Ede worden de bio-centrales gestookt met houtsnippers van lokaal bosbeheer en snoeiafval uit tuinen. Dit warmtenet zou onder andere bijdragen aan het terugdringen van de CO2-uitstoot.

Op woensdag 22 maart 2017 werd op NPO2 een aflevering uitgezonden van het programma Zembla met als titel ‘Bos als brandstof’ (http://bit.ly/2n2HuHr). In deze uitzending werd onder meer aandacht besteed aan lokale bio-centrales zoals in Ede.

In de Europese regelgeving is bepaald dat energieopwekking uit biomassa mag worden beschouwd als duurzame energie. De bio-centrales veroorzaken wel CO2-uitstoot maar deze uitstoot wordt geacht te behoren tot ‘de natuurlijke kringloop’.

Als een boom doodgaat, rot het hout immers weg en komt de CO2 uit het hout ook vrij. Diezelfde hoeveelheid CO2 komt vrij als je het hout verbrandt. Als er nieuwe jonge bomen voor terugkomen nemen die het CO2 tijdens de groei weer op en per saldo is er dan geen probleem (CO2 neutraal). Om deze reden wordt CO2-uitstoot uit biomassa niet meegeteld in de uitstootcijfers.

Volgens deskundigen in de betreffende Zembla- uitzending is dit een omstreden redenering. Ten eerste omdat houtverbranding ongeveer 2x zoveel CO2-uitstoot veroorzaakt als gasverwarming.

Ten tweede omdat het rottingsproces vele jaren duurt, terwijl bij verbranding alle CO2 direct vrijkomt. Op korte termijn komt er dus juist extra CO2 in de lucht.

Er zijn inmiddels al ongeveer 200 lokale bio-centrales in Nederland en dat aantal groeit snel. Daarmee groeit ook de vraag naar resthout en snoeiafval.

In de uitzending wordt gesuggereerd dat bosbeheerders de vraag steeds moeilijker aankunnen en de druk om extra te kappen toeneemt om aan de contract-vraag te voldoen. Staatsbosbeheer heeft hier al op gereageerd en ontkent dat dit zou leiden tot een toename van boskap.

Er komt echter een moment waarop de vraag naar houtsnippers zo groot wordt, dat dit niet meer kan worden opgebracht door resthout en snoeiafval.

Dit zou ook voor Ede een reëel risico kunnen worden.

Bijkomend effect van opschonen en mogelijk teveel ‘oogsten’ is dat het ecologisch evenwicht wordt verstoord en dat daarmee de biodiversiteit in onze bossen afneemt. Insecten en andere kleine dieren leven van dit proces en zijn op hun beurt voedsel voor o.a vogels. De Edese bossen zijn verder van groot belang voor de luchtkwaliteit en van grote waarde voor recreatie en toerisme in onze gemeente.

 

Naar aanleiding van bovenstaande hebben onze fracties de volgende vragen aan het college:

  1. Heeft het college kennisgenomen van de informatie in de betreffende aflevering van Zembla over het gebruik van biomassa in lokale bio-centrales?
    Zo ja, herkent en deelt het college de kanttekeningen die hierin naar voren worden gebracht?
  2. Verbranding van biomassa zorgt voor 2-3 maal zoveel CO2-uitstoot dan de huidige gasverwarming. Om dat in redelijk tempo te compenseren zou een aanzienlijke uitbreiding van jonge bosaanplant moeten plaatsvinden. Is bekend om hoeveel aanplant het in Ede zou gaan? Is hier reeds een plan van aanpak voor en zo nee, is het college bereid om – in overleg met alle belanghebbenden in de gemeente – dit op korte termijn te ontwikkelen? Zo ja, op welke termijn kunnen wij voorstellen verwachten?
  3. Eerder heeft u op raadsvragen van de VVD in 2015 omtrent de levering van voldoende biomassa geantwoord dat de contracten voor de komende 15 jaar toereikend zijn maar dat voor de periode daarna en voor een derde nog te bouwen centrale, nog onduidelijk is waar de brandstof vandaan gehaald moeten worden. De ‘markt’ rond biomassa begint nu al ingrijpend te wijzigen. Welke maatregelen worden door het college genomen om te zorgen dat enerzijds de continuïteit is geborgd tegen een acceptabele prijs en anderzijds de alternatieven eveneens CO2 neutraal zijn?
  4. In de lokale plannen is tot dusver gesproken over levering van resthout voor de centrales uit bosbeheer en tuinafval in eigen gemeente. Echter de bosbeheerders binnen onze gemeentegrenzen die leveren aan bio-centrales werken regionaal of zelfs landelijk. Hoe voorkomen we dat bosbeheerders de kap in onze groene gemeente opvoeren, om resthout te kunnen leveren aan bio-centrales elders in de regio? Is het college bereid om daar bindende afspraken over te maken ten einde dit soort afwegingen, die schadelijk zullen zijn voor de landschappelijke ontwikkeling in onze gemeente, te voorkomen?
  5. Wat zijn de effecten van het (teveel) opschonen van onze Edese bossen op de kwaliteit van het bos en biodiversiteit op lange termijn? Welke neveneffecten zijn te verwachten wanneer het natuurlijke proces van het rotten van het hout wordt verstoord door een zeer sterke vermindering van de hoeveelheid rottend hout?

 

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen